DYA®
Introductie
DYA staat voor DYnamische Architectuur en is als methode ontwikkeld door Sogeti Nederland. DYA is ontstaan in de tijd dat er op veel plaatsen nog sterk technocratisch werd gedacht over architectuur. Vaak dacht men dat als een raamwerk volledig werd ingevuld, er automatisch een architectuur ontstond die bij het bedrijf zou passen. DYA benadert enterprise-architectuur nadrukkelijk vanuit de dynamiek van de organisatie, die nooit geheel in modellen is te vangen en vaak snelle en pragmatische oplossingen vraagt. Daarom staan snelheid, lenigheid en pragmatiek centraal. Om dit te bereiken zijn best practices verwerkt en gebundeld tot een raamwerk, instrumenten en een procesmodel.
De pragmatische benadering is terug te zien in de ontwikkeling van DYA. De uitgangspunten van DYA zijn voor het eerst beschreven in 2001 in het boek DYA®: Snelheid en samenhang in business- en informatiearchitectuur [Wagter, 2001]. In 2004 zijn de ervaringen met DYA beschreven in het boek DYA®: Stap voor stap naar professionele enterprise-architectuur [Berg, 2004]. Omdat er in het buitenland steeds meer interesse ontstond voor DYA zijn beide boeken ook in een Engelse editie verschenen [Wagter, 2005 en Berg, 2006]. Naast deze basisboeken zijn er in de loop der jaren meer boeken en whitepapers verschenen over deelonderwerpen, zoals infrastructuurarchitectuur, IT-governance, projectstartarchitectuur, architectuurprincipes, businessarchitectuur en softwarearchitectuur [Jumelet, 2007; Smits, 2011 en Deckers, 2010].
DYA wordt door veel organisaties gebruikt. Dat gebeurt vooral in verandertrajecten, waarbij de mate en manier van implementatie van DYA vooral afhankelijk is van de architectuurvolwassenheid van de organisatie. Bij de ene organisatie betekent dit implementatie van een stukje DYA in een paar maanden, bij de andere organisatie is implementatie een verbetertraject met meerdere jaren doorlooptijd. De mate waarin DYA wordt gevolgd, verschilt sterk per organisatie. In veel gevallen pikt men de krenten uit de pap. Zo werken veel organisaties met projectstartarchitecturen zonder te weten dat dit begrip verbonden is met DYA.
Definitie
DYA definieert architectuur als: ‘Consistent geheel van principes en modellen dat richting geeft aan ontwerp en realisatie van de processen, organisatorische inrichting, informatievoorziening en technische infrastructuur van een organisatie’.
Beschrijving
Het proces van werken onder architectuur staat centraal in DYA en is gebaseerd op de volgende tien uitgangspunten:
- Architectuur is strategisch als IT dit
- Architectuur moet snelheid
- Communicatie tussen business- en IT-management staat
- Het ontwikkelen van architectuur wordt gestuurd door
- Het architectuurniveau wordt verhoogd door mee te liften op de energiegolven van belangrijke veranderingstrajecten.
- Architectuur wordt ontwikkeld volgens het ‘just enough, just in time’-principe.
- Een denk-/werkmodel ondersteunt het werken onder
- Verbanden moeten inzichtelijk
- Er worden meerdere ontwikkelscenario’s
- De architectuurprincipes en -processen moeten ingebed zijn in de
Deze principes liggen ten grondslag aan het DYA-werkmodel dat te zien is in figuur 1. Dit model onderscheidt een aantal processen waarin architecturen een rol spelen.
Hieronder wordt het DYA-werkmodel nader toegelicht.
Figuur 1 DYA-Werkmodel.
Governance
Het governanceproces omvat alle besturingsaspecten rond architectuur. Het beleggen van verantwoordelijkheden en het bewaken dat de gewenste resultaten bereikt worden staan hierbij centraal. Een belangrijk aspect hierin is het eigenaarschap van het businessmanagement en de verantwoordelijkheid van het topmanagement. Later is dit uitgebreid met een pragmatische aanpak voor IT-governance [Smits, 2008].
Strategische Dialoog
Business- en IT-management bepalen samen welke businessdoelen de organisatie wil nastreven. De architectuurfunctie biedt hierbij ondersteuning in de uitwerking van business cases. Daarin wordt aangegeven hoe het gewenste doel bereikt kan worden, wat dat voor de organisatie betekent (op basis van impactanalyses) en wat de financiële consequenties zijn (in termen van investering, jaarlijkse kosten en baten). Is een business case positief, dat wil zeggen dat de baten opwegen tegen de lasten, dan wordt overgegaan tot het opstellen van een concreet projectvoorstel.
Ontwikkelen onder Architectuur
Als een project wordt uitgevoerd onder architectuur, dan realiseert het concrete businessdoelen binnen de gewenste doorlooptijd met de gewenste kwaliteit en tegen acceptabele kosten. Hierbij krijgt het projectteam een projectstartarchitectuur (PSA) mee. Dit is een vertaling van de algemene architectuurprincipes en -modellen naar een op het project toegesneden kader van standaarden, normen, richtlijnen en modellen. De PSA wordt door de architecten opgesteld, in nauwe samenwerking met het projectteam. De PSA leidt tot architectuurrequirements en input voor het projectplan.
Ontwikkelen zonder Architectuur
Onder speciale omstandigheden, bijvoorbeeld extreme tijdsdruk, kan er bewust voor gekozen worden om niet onder architectuur te ontwikkelen. Om tijd te winnen worden dan bepaalde architectuuraspecten tijdelijk niet meegenomen. Daarbij worden afspraken gemaakt tussen opdrachtgever, architect en projectleider over het uiteindelijk weer onder architectuur brengen van de resultaten uit het project.
Architectuurservices
Het opstellen en bewaken van de architectuur is geen doel op zich, maar een middel om de veranderingen zoals vormgegeven in de Strategische Dialoog en het Ontwikkelen (z)onder Architectuur zodanig te sturen, dat de businessdoelen optimaal bediend worden. Dit proces slaat de brug tussen de businessdoelen en de projecten die de oplossingen leveren. Aan de Strategische Dialoog worden de benodigde architectuur- principes en -modellen geleverd ten behoeve van het uitwerken van de businesscases. En het proces Ontwikkelen onder Architectuur wordt ondersteund met concrete kaders, richtlijnen, hulpmiddelen en ontwerpkeuzen in de vorm van een PSA.
Dynamische architecturen
Een dynamische architectuur is een architectuur die gericht is op snelheid en flexibiliteit. Dit wordt bereikt door multidisciplinaire samenwerking en een ‘just-enough, just-in-time’-architectuur, die is toegesneden op de actuele behoefte (‘goed is goed genoeg’) op dat moment. Voor de meer inhoudelijke kant in de vorm van architectuur als product hanteert DYA een raamwerk. In dit raamwerk (figuur 2) worden businessdoelen vertaald naar een businessarchitectuur, een informatiearchitectuur en een technische architectuur. Voor al deze deelarchitecturen gelden algemene principes. Per domein worden conform de ‘just-enough, just-in-time’-principes beleidslijnen geformuleerd als dat nodig is. Modellen zijn niet meer dan hulpmiddelen en moeten eenvoudig kunnen worden aangepast of vervangen. Deze opzet geeft houvast aan de algemene principes en maximale flexibiliteit in de modellen.
Deze structuur van architectuur in DYA maakt dat het eenvoudig is om aanpassingen te doen, waardoor wijzigingen in de bedrijfsvoering snel worden ondersteund.
Figuur 2 DYA architectuurraamwerk.
Werkvelden
Onder de vlag van DYA heeft Sogeti een aantal verdiepingen gepubliceerd die we zowel in boekvorm als online kunnen raadplegen. De verdiepingen, in DYA werkvelden genaamd, zijn:
- DYA|Infrastructuur: een set van best practices voor het architecturen van de IT- infrastructuur van een organisatie [Jumelet, 2007].
- DYA|Business: een ‘best-of-breed’-aanpak voor businessarchitectuur, waarbij vooral bestaande aanpakken en best practices gepositioneerd zijn [Berg, 2011].
- DYA|Governance: een procesmodel met vijf IT-governanceprocessen, met relaties naar andere vakgebieden zoals portfoliomanagement [Smits, 2008].
- DYA|Principes: een in de praktijk getoetste benadering op wat principes (zouden moeten) zijn, hoe ze op te stellen en in de praktijk te gebruiken [Bouwens].
- DYA|Software: een uitbreiding die richting geeft aan het realisatieproces van software op zowel applicatie- als enterpriseniveau. Deze uitbreiding poogt een brug te slaan tussen enterprise-architectuur en softwarearchitectuur [Deckers, 2010].
Architectuurvolwassenheid
Een van de veelgebruikte onderdelen van DYA is de zogenoemde architectuurvolwassenheidsmatrix (figuur 3).
Deze matrix bevat zeventien aandachtsgebieden die van belang zijn bij werken onder architectuur in een organisatie. De letters in de matrix zijn de verschillende niveaus van volwassenheid. Om de architectuurvolwassenheid van de organisatie te meten, is een vragenlijst beschikbaar met ruim 140 stellingen. Een zelfmeting uitvoeren is echter moeilijk omdat een vertaling van de vragenlijst naar een score op de zeventien aandachtsgebieden niet openbaar is. Wel biedt de leverancier op de website aan de vragenlijst te verwerken.
De matrix en de methodiek zijn niet alleen bedoeld om de actuele architectuur- volwassenheid te meten, maar ook om te bepalen welke vervolgstappen genomen moeten worden om een hoger niveau van volwassenheid te bereiken. Hoewel de
Figuur 3 DYA Architectuurvolwassenheidsmatrix.
architectuurvolwassenheidsmatrix al langer onderdeel uitmaakt van DYA, is deze recent herzien en verbeterd.
Positionering
Figuur 4 toont in een radardiagram de score van DYA in het vergelijkingsmodel.
Figuur 4 DYA gepositioneerd op het vergelijkingsmodel.
Denkwijze
Vanuit de tien basisprincipes is een heldere visie ontwikkeld waarin architectuurprocessen centraal staan. DYA ziet verandering als een continu proces dat ondersteund moet worden door architectuur. De praktijkgerichte aanpak zorgt voor inbedding in
de organisatie, waarbij de besturing van de architectuurfunctie expliciet onderdeel uitmaakt van de methode.
Beheer- en exploitatiewijze eigenaar
Beheer en exploitatie van DYA gebeurt via de verschillende boeken en een uitgebreide website met daarop uitleg over de methode, whitepapers en sjablonen. Hiermee kan inzicht worden gekregen in de methode. De eigenaar van de methode, Sogeti, is de enige organisatie die actief ondersteuning biedt voor DYA. Deze ondersteuning wordt aangeboden in de vorm van consultancy, workshops en procesbegeleiding. Opleidingen voor DYA of opleidingen waarin DYA behandeld wordt, worden verzorgd door Sogeti, maar ook door diverse andere instituten. Bij verschillende hbo-instellingen maakt DYA onderdeel uit van het curriculum. De DYA-methode biedt geen mogelijkheden tot certificatie.
Beheer- en exploitatiewijze gebruiker
Voor de gebruiker biedt DYA een prioriteitenmodel (architectuurvolwassenheidsmatrix) dat aangeeft waar te beginnen met werken onder architectuur. Daarnaast bevat DYA sjablonen en best practices. Ook geeft DYA tips met betrekking tot beheer, richtlijnen voor de te hanteren architectuurdomeinen en het beheer van architectuurproducten.
Werkwijze
Als procesmodel biedt DYA prima handvatten voor hoe te werken. Ook zijn er producten en is er een raamwerk dat helpt om de zaak werkend te krijgen. Een werkwijze met technieken om te komen tot modellen ontbreekt.
Representatie- en modelleerwijze
DYA biedt handvatten voor het opstellen van principes en richtlijnen. Doordat DYA zelf geen expliciete aandacht besteedt aan een modelleerwijze en visualisatietechnieken, kunnen alle modelleertechnieken met DYA worden gecombineerd.
Ondersteuningswijze
Er zijn veel sjablonen beschikbaar voor de verschillende instrumenten van DYA, zoals de projectstartarchitectuur. Er is geen specifieke tooling beschikbaar voor DYA, mede omdat DYA zich niet richt op modellering. Door middel van de volwassenheidsmatrix kunnen vervolgstappen worden bepaald.
Bruikbaarheid
De methode is in gebruik bij een groot aantal (meer dan vijftig) organisaties, met name in Nederland. Voorbeelden daarvan zijn Reaal Verzekeringen, PGGM, Achmea en een aantal gemeentes, waarbij het gebruik varieert. Het is mogelijk DYA aan te passen aan de bestaande werkwijze van de organisatie of delen uit DYA te adopteren en andere delen niet te gebruiken. Er zijn ook organisaties die instrumenten uit DYA gebruiken, zoals de projectstartarchitectuur. Gebruikersorganisaties hebben geen directe invloed op de inhoud van de methode.
Sogeti komt regelmatig met uitbreidingen op DYA of met toepassingen van DYA op een specifiek domein, zoals ‘DYA | Infrastructuur’ [Jumelet, 2007] en ‘DYA | Software’ [Deckers, 2010].
De DYA architectuurvolwassenheidsmatrix helpt organisaties bij het stellen van prioriteiten en vervolgstappen rondom de verdere implementatie van werken onder architectuur. Tijdens dit verder ontwikkelen van de volwassenheid kunnen eventueel architectuurraamwerken en modelleerwijzen van andere methoden worden ingepast. Er zijn geen specifieke referentie- of branchemodellen.
Conclusie
DYA profileert zich door haar pragmatiek en ruime aandacht voor het architectuur- proces. Met name het onderdeel ‘werken zonder architectuur’ getuigt van werkelijke aandacht voor de businessdoelen. Dit is tevens zeer aansprekend voor – en zorgt voor acceptatie bij – belanghebbenden voor architectuur in een organisatie die (werken onder) architectuur niet vanzelfsprekend een warm hart toedragen. Minder sterk in DYA is het ontbreken van een open gebruikersorganisatie. Inhoudelijk is er weinig aandacht voor modellering, waardoor er ook geen ondersteunende tooling voor DYA is. In de praktijk wordt DYA dan ook gecombineerd met bijvoorbeeld ArchiMate of UML, waarvoor wel tooling beschikbaar is.
Al met al scoort DYA als een behoorlijk algemene methode. Er zijn geen in het oog springende tekortkomingen. Werkwijze en representatie- en modelleerwijze zijn de minst sterk scorende aspecten; bruikbaarheid en vooral denkwijze score het hoogst.